Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?

De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP) bestaat uit veertien subschalen die voldoen aan de voorwaarden van het Rasch-model. Zij meten verschillende aspecten van sociaal gedrag, cognitie en stemming. De GIP laat berekening van vier extra scores toe, voor hulpbehoevendhei...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: Han F. A. Diesfeldt
Format: Article
Language:nld
Published: Radboud University Press 2013-08-01
Series:Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Subjects:
Online Access:https://tvgg.nl/article/view/16690
_version_ 1797346671204499456
author Han F. A. Diesfeldt
author_facet Han F. A. Diesfeldt
author_sort Han F. A. Diesfeldt
collection DOAJ
description De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP) bestaat uit veertien subschalen die voldoen aan de voorwaarden van het Rasch-model. Zij meten verschillende aspecten van sociaal gedrag, cognitie en stemming. De GIP laat berekening van vier extra scores toe, voor hulpbehoevendheid, apathie, cognitie en affect. Doel van dit onderzoek was de reproduceerbaarheid van de GIP-scores vast te stellen. Op basis van beschikbaarheid werden 56 deelnemers aan psychogeriatrische dagbehandeling twee maal door dezelfde zorgverlener beoordeeld. Tussen beide beoordelingen verliepen gemiddeld (mediaan) 45 dagen (interquartile range 34–58 dagen). Reproduceerbaarheid werd bepaald door berekening van test-hertest intraclass correlation coëfficiënten (ICCagreement). Kleinste betrouwbare (of minimale) verschilscores werden berekend op basis van de standaardmeetfout (SEMagreement). De ICC’s voor de achttien schaalscores varieerden van 0,57 (incoherent gedrag) tot 0,93 (angstig gedrag). Minimale verschilscores, gebaseerd op een 90%-waarschijnlijkheidsinterval, varieerden van 1 voor GIP-subschaal 14 (Angstig) tot 4 voor GIP-subschaal 12 (Somber), Hulpbehoevendheid en Apathie. Bij een 95%-waarschijnlijkheidsinterval varieerden de minimale verschilscores van 1 voor GIP-subschaal 14 (Angstig) tot 5 voor Hulpbehoevendheid. De resultaten ondersteunen de toepasbaarheid van de GIP voor de beoordeling van veranderingen in het gedrag van deelnemers aan psychogeriatrische dagbehandeling.
first_indexed 2024-03-08T11:36:55Z
format Article
id doaj.art-fc0239049a5b41299eef2140d66f6aca
institution Directory Open Access Journal
issn 0167-9228
1875-6832
language nld
last_indexed 2024-03-08T11:36:55Z
publishDate 2013-08-01
publisher Radboud University Press
record_format Article
series Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
spelling doaj.art-fc0239049a5b41299eef2140d66f6aca2024-01-25T11:38:49ZnldRadboud University PressTijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie0167-92281875-68322013-08-01410.1007/s12439-013-0035-3Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?Han F. A. Diesfeldt De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP) bestaat uit veertien subschalen die voldoen aan de voorwaarden van het Rasch-model. Zij meten verschillende aspecten van sociaal gedrag, cognitie en stemming. De GIP laat berekening van vier extra scores toe, voor hulpbehoevendheid, apathie, cognitie en affect. Doel van dit onderzoek was de reproduceerbaarheid van de GIP-scores vast te stellen. Op basis van beschikbaarheid werden 56 deelnemers aan psychogeriatrische dagbehandeling twee maal door dezelfde zorgverlener beoordeeld. Tussen beide beoordelingen verliepen gemiddeld (mediaan) 45 dagen (interquartile range 34–58 dagen). Reproduceerbaarheid werd bepaald door berekening van test-hertest intraclass correlation coëfficiënten (ICCagreement). Kleinste betrouwbare (of minimale) verschilscores werden berekend op basis van de standaardmeetfout (SEMagreement). De ICC’s voor de achttien schaalscores varieerden van 0,57 (incoherent gedrag) tot 0,93 (angstig gedrag). Minimale verschilscores, gebaseerd op een 90%-waarschijnlijkheidsinterval, varieerden van 1 voor GIP-subschaal 14 (Angstig) tot 4 voor GIP-subschaal 12 (Somber), Hulpbehoevendheid en Apathie. Bij een 95%-waarschijnlijkheidsinterval varieerden de minimale verschilscores van 1 voor GIP-subschaal 14 (Angstig) tot 5 voor Hulpbehoevendheid. De resultaten ondersteunen de toepasbaarheid van de GIP voor de beoordeling van veranderingen in het gedrag van deelnemers aan psychogeriatrische dagbehandeling. https://tvgg.nl/article/view/16690affectbetrouwbaarheidcognitiedementiegedragsobservatiehulpbehoevendheid
spellingShingle Han F. A. Diesfeldt
Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
affect
betrouwbaarheid
cognitie
dementie
gedragsobservatie
hulpbehoevendheid
title Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
title_full Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
title_fullStr Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
title_full_unstemmed Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
title_short Wat is een reëel verschil bij herhaalde metingen met de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP)?
title_sort wat is een reeel verschil bij herhaalde metingen met de gedragsobservatieschaal voor de intramurale psychogeriatrie gip
topic affect
betrouwbaarheid
cognitie
dementie
gedragsobservatie
hulpbehoevendheid
url https://tvgg.nl/article/view/16690
work_keys_str_mv AT hanfadiesfeldt watiseenreeelverschilbijherhaaldemetingenmetdegedragsobservatieschaalvoordeintramuralepsychogeriatriegip